zondag 4 mei 2008

Theologie als bemoediging

Vrienden die mijn bezorgdheid bij de milieucrisis kennen hebben me reeds dikwijls gezegd: "wees voorzichtig dat je niet te negatief en te ontmoedigend spreekt ... al te dikwijls lijkt deze crisis te overweldigend en weten we niet wat te doen, zodat we willen opgeven ... een theoloog moet op de eerste plaats bemoedigen". Deze vrienden hebben gelijk en maar al te vaak blijven theologen inderdaad in de kritiek verstrikt onder het motto dat ze profetische taal moeten spreken. Dat moet natuurlijk - en ik wil geen iota wegnemen van de bedreigende ernst van de milieu- en energiecrisis vandaag -, maar tegelijkertijd is er nood aan een wijs spreken, dat opbouwend, constructief en creatief is. Waar zijn de suggesties, hoe klein ook, die moed geven, die ons laten voelen dat we verantwoordelijkheid dragen en kunnen opnemen? Soms is het een heel klein dingetje, met de zwakke en toch doordringende kracht van een symbolische handeling - ik raad dikwijls aan om 's morgens tijdens het douche het water niet te laten lopen terwijl men zich inzeept ... dat is een heel klein gebaar, een druppeltje op een heel hete plaat ... maar het weerspiegelt een instelling van daadkracht reeds heel vroeg op de ochtend. En als we samen gaan werken, kunnen we meer, en misschien kunnen sommigen onder ons dan soms nog meer. We zijn niet machteloos!

Een filmpje op YouTube doet me nog verder denken. Adolfo Nicolás is de nieuwe generale overste van de Jezuïeten. In een (engelstalig) interview heeft hij het over het belang van grote dromen en over de inspanning om in de diepte van de werkelijkheid door te dringen.

Grote dromen
zijn dromen die ons tot engagement brengen, visioenen die ons aantrekken en waar we ons voor willen inzetten. In de evangelies is het Rijk Gods zo'n visioen, zo'n grote droom. We weten wellicht niet hoe dat Rijk er zal uitzien - we kunnen misschien zelfs wanhopen of het wel ooit mogelijk zal zijn want onze wereld lijkt dit visioen elke dag weer op gewelddadige wijze tegen te spreken - en toch willen we het wagen om dit visioen vlees en bloed te laten worden omdat we vertrouwen op de God die dat zelf in Jezus van Nazaret ook doet. Grote dromen durven we aan op gezag van vrienden.

De kracht van die vriendschap temidden van onze wereld, toont ons iets van de diepte van de werkelijkheid. Vertrouwen op de vriendschap die ons brengt tot engagement in grote dromen, is een wijze om te peilen en te gaan naar de diepte. De diepte van onszelf op de eerste plaats - wanneer we naar de dingen en de mensen om ons heen leren kijken met de ogen van God, met de blik van de Schepper, die mogelijkheden ziet en weet te bemoedigen -, maar ook de diepte van dingen en mensen die we ontmoeten - hoe God ons aanspreekt en bemoedigt vanuit die anderen, vanuit de wereld waar wij toe behoren. Peilen naar de diepte, ons bewegen richting diepte, betekent het openen van krachtbronnen en van een creatieve blik die mogelijkheden ontwaart.

Soms vraag ik me af of theologen wel voldoende die bemoedigende taak op zich nemen en of ze de wijsheid opbrengen om te gaan naar de diepte en om te herinneren aan die grote dromen. In de wereld van vandaag, met zijn gefrustreerde, bange en machteloze mensen, is het nochtans een privilegie om te bemoedigen. Van deze bemoediging hangt bovendien veel af, niet in het minst onze toekomst.

Geen opmerkingen: