dinsdag 15 mei 2007

RKK en mlieu-uitdagingen

Enkele weken geleden (26-27 april 2007) had ik de kans om deel te nemen aan het eerste milieu-seminarie georganiseerd door een officiële Vatikaanse instantie. De Pauselijke Raad voor Gerechtigheid en Vrede (PRGV), onder kardinaal Martino, nodigde een veertigdal deelnemers uit om zich te bezinnen over Climate Changes and Development. Dit was een belangrijk initiatief, ondermeer omdat hierbij een aantal verantwoordelijken voor grote kerkelijke NGO's, bisschoppen en politici, en eveneens een medewerker van het IPCC (Intergovernmental Panel for Climate Change, de organisatie die garant staat voor de meest betrouwbare wetenschappelijke resultaten in verband met klimaatveranderingen) betrokken waren. De opvatting was ook oecumenisch opgevat met onderandere vertegenwoordigers van de Wereldraad van Kerken, die zich reeds een soliede reputatie heeft opgebouwd op het gebied van de inzet in de milieuvraagstukken.

De eerste dag had een verontrustende ondertoon. In een poging om "objectief" te blijven had de PRGV besloten om ook ruimte te maken voor het standpunt van de zogenaamde eco-sceptici, die de wetenschappelijke resultaten van het IPCC in twijfel trekken: "wetenschappen kunnen nooit 100% zekerheid bieden en de door de geleerden van het IPCC gehanteerde methoden zijn twijfelachtig; door te investeren in de vermindering van CO2 uitstoot, wordt eigenlijk veel geld geïnvesteerd dat uiteindelijk niet ten goede komt aan de ontwikkeling van de armsten op onze wereldbol". Deze eco-sceptische standpunten werden met veel verve verdedigd ook door een aantal theologen, van wie ondermeer de exegetische analyses een fundamentalistische ondertoon hadden. Ik moet toegeven dat ik zeer onaangenaam verrast was door deze gang van zaken en dat ik de indruk kreeg dat veel tijd werd verloren aan discussies die eigenlijk niet meer ter zake doen op een moment dat doortastend en duidelijk handelen (zowel politiek als qua verandering van levensstijl) geboden is. Het standpunt van de eco-sceptici was voor mij een duidelijke illustratie van een benadering die een grondige kritiek gekregen heeft van Lord Robert May of Oxford in zijn verjaardagstoespraak voor de Britse Royal Society in november 2005 (Threats to Tomorrow's World).

Gelukkig zijn de aanwezige politici, waaronder de Britse David Miliband, de Franse Laurent Stefanini, en de Argentijnse Raúl Estrada Oyuela, erin geslaagd om de feiten en de uitdagingen weer in een duidelijk daglicht te plaatsen en de verwarringzaaierij van de eco-sceptici te ontmaskeren. Dit was ook de teneur in de bijdragen van de aanwezige bisschoppen Bernd Uhl (Duitsland) en Christopher Toohey (Australië). Deze grondtoon en de waardering en erkenning voor het werk van het IPCC klinken ook door in de toespraak op 11 mei 2007 van aartsbisschop C. Migliore, afgevaardigde van de H. Stoel bij de V.N., ter gelegenheid van de 15e bijeenkomst van de Commissie voor Duurzame Ontwikkeling.

Kerkelijke autoriteiten wantrouwen het politieke en sociaal-maatschappelijke gebruik van wetenschappelijke resultaten en modellen wanneer deze aanleiding geven tot houdingen en beslissingen die fundamentele waarden aantasten. Dit bleek onderandere bij de bevolkingsconferenties in Kaïro en Bejing, waar door sommigen aangedrongen werd op sociaal gestuurde geboortebeperkingen. Verder zijn kerkelijke autoriteiten ook gevoelig voor het argumenten van ontwikkelingslanden die de rijke westerse landen aanklagen omdat zij milieu-argumenten zouden hanteren om de ontwikkeling van de armste landen te blokkeren (wat niet klopt wanneer men de dynamiek van de internationale verdragen bekijkt, maar wat wel een rol speelt in de economische argumentatie van rijke landen die angst hebben om hun concurrentiële sterkte te verliezen door milieumaatregelen).

Tijdens het Vatikaanse seminarie werd meermaals gewezen op het belang van de inbreng van religies en kerken in het milieu-debat. Zij zijn in staat mensen te mobiliseren en ook de gevoelige snaren te raken bij de noodzaak van het veranderen van persoonlijke levensstijlen. Velen in het rijke westen zijn niet zondermeer bereid om hun wereldwijd niet-duurzame levensstandaarden te laten varen ... Hier komen ook spirituele en sociaal-ethische factoren om de hoek kijken, die precies in religieuze overtuigingen een ruimte vinden. Het is daarom echt belangrijk dat ook de RKK een duidelijk standpunt inneemt en voor de gelovigen krijtlijnen uittekent naar meer duurzame levensomstandigheden wereldwijd, waarbij juist de armsten en de zwaksten de meeste kansen toegeschoven krijgen. Het is echt niet meer de tijd voor de RKK autoriteiten om verwarring te zaaien over de stand van de wetenschappen omtrent de milieu-dreigingen.

De RKK kan vele krachten mobiliseren: ze is aanwezig op het terrein en kan getuigen van de verwoestingen die aangericht worden door milieuverloedering; ze beschikt over theologische en spirituele schatten die de wereldbeelden en levenshoudingen van mensen kunnen vormen en beïnvloeden; ze heeft groot gezag in vele delen van de wereld; ze mag fier zijn op haar netwerk van universiteiten en onderzoekscentra, en op haar vele vormingsplaatsen; ze oefent een indirecte invloed uit op vele politici en maatschappelijke debatten; ze inspireert talloze communicatiemedia op vele niveaus; enz. Tijdens het Vatikaanse seminarie werd door verschillende deelnemers aangedrongen op een duidelijke kerkelijke stellingname, bvb. in de vorm van een pauselijke encycliek. Het zal belangrijk zijn om onmiddellijk de juiste toon aan te slaan.

Geen opmerkingen: