zaterdag 10 mei 2008

Structuren van onrecht: theologie en de bredere samenhangen

Het Martelarenplein voor het Leuvense treinstation helt, zodat een trap nodig is om het station zelf te bereiken, een trap die niet overal hetzelfde aantal treden heeft en die meeglooit met het licht hellende terrein. Niet zo lang geleden ontmoette ik in het station een medebroeder jezuïet, die over een van die nauwelijks zichtbare treden gestruikeld was en er een bloednuis en enkele builen aan overhield. Mensen waren hem natuurlijk onmiddellijk ter hulp gesneld en verantwoordelijken van de busmaatschappij die ook aan het Martelarenplein haar burelen heeft brachten hem bij hun verpleegster voor verzorging. Men zei hem: "maak u geen zorgen, pater, we zijn dat hier gewoon ... er vallen hier regelmatig mensen ... die trappen zijn niet zo goed zichtbaar". Ik kan dat alleen beamen ... ik ben er zelf ook al bijna over gestruikeld.

Aan een van de ingangen van het Pauscollege in Leuven vindt men ook grote glazen deuren. Enkele jaren geleden waren dat glazen deuren zonder enige aanduiding erop: als ze goed gewassen waren, zag men ze niet. En zoals vogels tegen een venster kunnen aanvliegen, zo ook zijn verschillende mensen toen tegen die glazen deuren aangebotst. Daar werden toen maatregelen getroffen: er staan nu grote deurklinken op die glazen oppervlakte, zodat mensen "zien" (zonder te zien) dat er een glazen deur is.

Het zijn twee voorbeelden van structurele problemen, die me aan Dietrich Bonhoeffer en aan de bevrijdingstheologie doen denken. Bonhoeffer heeft ooit geschreven: "het is nu niet meer de tijd om pleisters op wonden aan te brengen ... nu moeten we een stok in de wielen steken". Wat hij bedoelde was dat het onze plicht is om structureel in te grijpen, wanneer er systematische, structurele zijn waarom mensen telkens weer gekwetst worden. Men moet niet alleen individuele slachtoffers helpen, telkens weer opnieuw, men moet ook handelen op de systematische structuren die die slachtoffers maken. Aan het station in Leuven moeten niet alleen individuele bloedneuzen verholpen worden ... als dit een regelmatig probleem is, moet er dan niet iets aan die trappen gedaan worden?

Bevrijdingstheologen zijn gevoelig voor zulke structuren die lijden en pijn veroorzaken, en met name dan voor politieke, eocnomische en sociale structuren die onrecht tot stand brengen. Dat wordt niet altijd in dank afgenomen. Zo vertelde Dom Helder Camara, de charismatische aartsbisschop van Recife in Brazilië, tijdens een reis in de VSA: "als ik jullie voor een of ander project geld vraag, dan gaan de portefeuilles open en geven jullie gul, maar als ik jullie vraag om bij de volgende verkiezingen na te denken wie jullie gaan verkiezen - omdat jullie politieke structuren en de verkozenen daarin soms de oorzaak zijn van het onrecht waartegen ik hier kom steun vragen -, dan reageren jullie aggressiever, dan merk ik dat het jullie moeilijk valt om de socio-economische en politieke structuren en instellingen in vraag te stellen die jullie levenswijze en het daarmee verbonden onrecht bestendigen".

Een van de grote uitdagingen van de bevrijdingstheologie is precies dat zij deze structuren die onrecht produceren ook aan de kaak wil stellen en verder wil gaan dan te antwoorden op het lot en de armoede van individuele mensen. Armoede beantwoord je niet alleen door aan de ene of andere arme wat geld toe te stoppen; het is ook nodig om te zoeken naar de oorzaken van de armoede van zovelen en een antwoord te ontwikkelen op die oorzaken. En bevrijdingstheologen ontmaskeren zo het feit dat soms het individuele wel doen aan bepaalde mensen in heel concrete en individuele gevallen, gebruikt wordt als een manier om te verdoezelen dat er structurele problemen zijn die armoede genereren. Theologen in de globale wereld vandaag doen er goed aan dit structurele standpunt te behartigen en samenhangen en structuren van onrecht te ontmaskeren.

Geen opmerkingen: